Het is een vraag die vaak gesteld wordt door beginnende fotografen: “Welke camera moet ik kopen?” Een vraag waar geen eenduidig antwoord op is, en zeker niet als je nog geen idee hebt wat je precies wil fotograferen en wat belangrijk voor je is. In dit artikel gaan we in op de punten waar je bij stil zou moeten staan om erachter te komen welke camera bij je past!
.
Er zijn duizend-en-een camera’s op de markt en allemaal hebben ze hun unieke eigenschappen. Grofweg kun je de meeste camera’s indelen in 3 soorten: compactcamera’s, systeemcamera’s en spiegelreflexcamera’s.
Een compactcamera herken je aan – de naam zegt het al – het compacte formaat. Hierdoor is dit model makkelijk mee te nemen. De lens schuift in z’n geheel in de camera als je ‘m niet gebruikt en de camera past waarschijnlijk in één hand. Precies de reden dat veel vloggers en andere YouTubers een model als dit gebruiken! Compactcamera’s hebben meestal geen zoeker, je ziet wat je fotografeert op het LCD-scherm. Grote voordelen zijn natuurlijk het formaat en het gewicht, maar er zijn ook nadelen: je bent vrij beperkt in je opties door de niet-verwisselbare lens en de instellingen kunnen niet bij alle compactcamera’s handmatig bediend worden. Als je het mij vraagt, kun je om die reden beter kiezen voor een systeemcamera of een spiegelreflexcamera, als je goed wil leren fotograferen.
Systeemcamera’s zijn de laatste jaren in opkomst en dat is niet voor niets – ze worden namelijk steeds beter. Dit type camera is compacter en lichter qua gewicht dan een spiegelreflex (handig, want je kunt onopvallender fotograferen) en heeft veelal dezelfde mogelijkheden: zo kun je de instellingen handmatig bedienen en de lenzen verwisselen. Een systeemcamera gebruikt meestal een optische zoeker, wat betekent dat je op je scherm ziet wat de sensor registreert. Qua kwaliteit doen systeemcamera’s tegenwoordig niet veel meer onder voor spiegelreflexcamera’s en daarom wordt dit type camera steeds meer gebruikt door professionele fotografen.
Maar spiegelreflexcamera’s hebben over het algemeen toch nog de meeste mogelijkheden. Ook bij dit type camera zijn de lenzen verwisselbaar en kun je alle instellingen geheel aanpassen aan jouw wensen, waardoor je volledige controle hebt over je foto. Maak je een foto, dan zie je het beeld dat door de lens valt via een spiegel in de camera, waardoor je exact ziet wat je op de foto zet. Belangrijk om naar te kijken bij een spiegelreflex is het formaat van de sensor: ga je professioneel fotograferen, dan kun je het best kiezen voor een fullframe spiegelreflex. Hierbij is de sensor van een groter formaat dan bij een cropcamera en zijn je foto’s van een betere kwaliteit. Bij een cropcamera is de sensor kleiner, waardoor je foto’s een kleiner formaat krijgen. Bovendien ‘cropt’ deze sensor het beeld dat door de lens naar binnenkomt. In de praktijk betekent dit dat een foto gemaakt met een 35mm lens, eruit ziet als een foto die met een 50mm lens is gemaakt (bijvoorbeeld). De brandpuntsafstand van je lens komt op een foto gemaakt met een cropcamera dus niet overeen met de werkelijkheid. Maar: wil je leren fotograferen, creatief omgaan met je beeld en ben je nieuw in de wereld van spiegelreflexcamera’s? Dan kun je prima uit de voeten met een cropcamera. Bovendien zijn fullframe camera’s meestal een stuk duurder en zwaarder qua gewicht.
.
.
Kies je voor een type camera met een verwisselbare lens, dan maakt de lens waar je voor kiest veel verschil. Je lens bepaalt namelijk voor het grootste deel hoe je foto eruit komt te zien. Een groothoeklens (met een korte brandpuntsafstand van bijvoorbeeld 18mm) maakt een wijd beeld en is heel geschikt voor bijvoorbeeld het fotograferen van landschappen. Hoe groter de brandpuntsafstand wordt, hoe minder wijd het beeld wordt. Je gaat dan langzaam naar een telelens – die heeft een veel grotere brandpuntsafstand, bijvoorbeeld 105mm of groter, en haalt wat ver weg is dichterbij. Dit type lens is dus meer geschikt als je gedetailleerde foto’s op afstand wil kunnen maken, bijvoorbeeld van dieren of mensen. Natuurlijk zit er ook nog van alles tussenin. Een goede portretlens is bijvoorbeeld de 50mm. Dit kan ook met een 85mm, maar dan zul je iets verder van je onderwerp af moeten staan om eenzelfde beeld te krijgen.
Als je gaat rondkijken voor een lens zul je zien dat er zoomlenzen bestaan, ook wel objectieven genoemd, of primelenzen. Primelenzen hebben een vaste brandpuntsafstand, zoals bijvoorbeeld de 50mm of de 35mm, en zijn vaak qua kwaliteit iets beter dan zoomlenzen. Objectieven (of zoomlenzen) kunnen zoomen, wat je als fotograaf flexibeler maakt, en hebben een brandpuntsafstand die kan variëren: een 24-70mm bijvoorbeeld, of een 18-55mm. Koop je een instapmodel camera, dan kun je er vaak voor kiezen om een set te kopen, bestaande uit body + lens. Deze zogenoemde kitlens is vaak een 18-55mm objectief. Dit type lens is heel allround, kan zoomen en is dus prima om mee te beginnen.
Het nadeel van een kitlens is dat dit model meestal niet heel lichtsterk is. Dat zie je aan het diafragma: meestal gaan deze lenzen tot een maximaal diafragma van f/3.5. Dit betekent dat deze lenzen in donkere lichtomstandigheden het vaak minder goed doen dan een lens die een maximaal diafragma heeft van bijvoorbeeld f/1.8 of f/1.4. Echter zijn die lenzen vaak ook weer een stukje duurder.
TIP: een perfecte instaplens is de 50mm f/1.8, die bijna alle merken wel in hun collecties hebben. Deze lens is relatief een van de goedkoopste, lichtsterk, kan makkelijk wazige achtergronden creëeren door het lage f-getal en heeft een fijne brandpuntsafstand waarmee je veel kanten op kunt.
.
.
Waarschijnlijk ken je de grotere fotografiemerken wel, zoals Canon, Nikon en Sony. In principe maakt het niet veel uit welke camera je kiest; qua zowel kwaliteit als prijs zijn ze redelijk aan elkaar gewaagd. Wel merk je je keuze voor een merk op de langere termijn: het is namelijk een flinke investering als je uiteindelijk wil switchen tussen bijvoorbeeld Canon en Nikon, omdat een Nikon-lens niet op een Canon-body zal passen. Verder zitten de functionaliteiten bij eenzelfde merk op (ongeveer) dezelfde plek, maar een Canon-body werkt heel anders dan bijvoorbeeld een Sony. Hierbij geldt vooral: probeer uit wat je prettig vindt. Huur bijvoorbeeld een camera om te ontdekken of je ‘m prettig vindt werken, of leen er eentje van een kennis. Deze keuze is heel persoonlijk, maar maakt uiteindelijk niet veel uit.
.
Fotografie is een hobby waaraan je al je geld zou kunnen opmaken. En ja, in fotografie geldt (meestal) dat aan betere kwaliteit en meer mogelijkheden een groter prijskaartje hangt, zo simpel is het. Maar dat iets meer mogelijkheden en betere functionaliteiten heeft, betekent niet dat je dat alles daadwerkelijk nodig hebt. Denk aan WiFi, een uitklapbaar LCD-scherm, GPS of plek voor meerdere geheugenkaarten. Wil je graag een spiegelreflex, dan is een instapmodel cropcamera zonder al deze functionaliteiten ook helemaal prima. Dit model is vaak goedkoper dan een professionele fullframe spiegelreflex mét al deze extra’s – en hiermee kun je alsnog goede foto’s maken, creatief omgaan met beeld, leren hoe sluitertijden en diafragma werken en oefenen met verschillende lenzen. Merk je dat je uiteindelijk kwaliteit gaat missen, of lichtsterkere lenzen nodig hebt, dan kun je je apparatuur altijd upgraden en op die manier stapjes omhoog maken.
Verder hebben lenzen zoals gezegd superveel invloed op hoe je foto eruit komt te zien, en ze zijn over het algemeen betaalbaarder dan losse body’s. Dit betekent dat je hier makkelijker mee kunt variëren, dus het is een goed idee om niet alleen te kijken naar welke body je wil, maar ook welke lens voor jou een goede keuze zou zijn. Misschien wil je niet kiezen voor een body met standaard kitlens, maar een losse body + losse lens?
Kortom: duurder is niet altijd een betere keuze, zeker niet als je net begint. En dat is een mooi bruggetje naar het laatste punt!
.
Als jij geen ervaring hebt als klusjesman, dan kun je het beste en duurste gereedschap in huis halen, maar enkel daarmee zul je echt geen gootsteen repareren. Je zult moeten weten hoe het moet en zélf aan de slag gaan. Dat geldt ook voor fotografie! Heb jij geen idee wat je met je camera moet doen, hoe je instellingen werken of welke lens het beste is in welke (licht)situatie, dan kun je nog zulke goede apparatuur hebben, maar dan zal een goede foto echt een lucky shot zijn. Jij als fotograaf maakt de foto’s – je camera is enkel het instrument om de handelingen mee uit te voeren. De creativiteit zit in je hoofd. En daarom is het zo belangrijk om meters te maken.
Liever kies je voor een ‘simpele’ camera met enkele mogelijkheden en functionaliteiten, dan voor professionele apparatuur waarvan je geen idee hebt wat je ermee moet. Leer je camera kennen en ontwikkel je creativiteit, zodat je aan de hand van die ervaring kunt bepalen wat je nodig hebt. Zelf ben ik heel erg van ‘trial and error’, oftewel: eerst proberen, en daarna verder kijken of je op de goede weg zit. Als dat zo is en je apparatuur werkt voor je, super! Maar merk je van niet? Dan leer je daarvan en ervaar je vanzelf waar de hobbel zit voor jou.
Verder is fotografie voor iedereen weer anders, en wat de ene fotograaf prettig vindt, hoeft voor de ander niet te werken. Kortom: probeer het uit, en ervaar wat voor jou werkt. Hopelijk heb ik je met dit artikel iets verder kunnen helpen in je zoektocht naar een camera. Veel plezier!
.
Laat je e-mailadres achter om de updates in je mailbox te ontvangen!